Blijkbaar is de familiebank best wel een onderwerp dat leeft, gezien de reacties die ik heb gekregen op de beide artikelen. Leuk om te lezen. Vandaag gaan we verder met misschien niet het meest leuke onderwerp, maar wel een hele belangrijke. De financiële en fiscale consequenties waar je aan moet denken.
Financiën - Algemeen
De familiebank is dus een mooi product voor als het binnen je mogelijkheden ligt. In principe kan het uit te lenen bedrag zo hoog mogelijk zijn. Je hoeft niet te voldoen aan bandbreedte-eisen waarnaar banken wel kijken. Dus verdien je modaal en wil je een hypotheek van €300.000, via de familiebank kan het allemaal. Hier komt alleen wel iets gevaarlijks om de hoek kijken. De maandlasten dienen wel gewoon betaald te worden, anders is de lening niet aftrekbaar voor HRA. De lening te hoog optrekken kan negatieve gevolgen hebben, want je kunt maar beperkt vooruit kijken en je weet nooit of de lasten in de toekomt ook behapbaar blijven. Daarnaast moet de lening ook wel echt plaatsvinden, dus betalingen moeten gedaan worden.
Kort gezegd zijn er 3 adviezen te geven over de financiële kant van de familiebank.
Advies 1:
Hou — net als de bank — rekening met de financiële armslag van degene die geld van je leent. Financiële tegenvallers moeten kunnen worden opvangen. Een te hoge hypotheek kan funest zijn als de rente stijgt. Als vuistregel geldt: leen maximaal vier keer het bruto jaarsalaris. Een tweede inkomen mag voor maximaal 50 procent meetellen, maar alleen als dat inkomen vermoedelijk ook op de lange termijn in stand zal blijven.
Advies 2:
Als je eigenlijk het geld niet kunt missen of op korte termijn nodig heeft, kun je beter geen geld uitlenen. Bovendien — maar dat spreekt eigenlijk voor zich — moet je natuurlijk alleen geld lenen als het financieel verantwoord is en als je er een goed gevoel bij hebt.
Advies 3:
Rente voor een lening voor een eigen woning is pas aftrekbaar als er daadwerkelijk is betaald. Het kwijtschelden van rente heeft dus — fiscaal gezien — een averechts effect. Is annuïtaire aflossing verplicht, dan moet niet alleen de rente, maar ook de aflossing daadwerkelijk zijn betaald.
Financiën - De rente
Over de rente is al aardig wat gezegd in de comments, waaronder ook de twijfel of je 6% uberhaupt wel mag rekenen. Het antwoord daarop is simpel, Ja. Zonder fiscale consequenties mag je in elk geval 1,25 maal de huidige marktrente van hypotheken bij gelijke looptijd en risico rekenen. Een rentepercentage van 6 procent is eveneens verdedigbaar. Dat is namelijk het percentage dat de Successiewet hanteert. Bij de huidige rentetarieven pakt 6 procent in de meeste gevallen het beste uit. Hoe dan ook, voor eigenwoningleningen geldt: hoe hoger de rente, hoe hoger de belastingteruggaaf voor de lener en hoe hoger het voordeel voor de familiebank.
Een bekende partij als Fiscalert adviseert op dit moment ook om 6 procent te kiezen als rente-percentage. Dan ben je gevrijwaard van discussies met de belastingdienst. Kies je een hoger percentage, dan is dit op eigen risico.
Financiën - Afsluitpremie
Nog een leuk fiscaal trucje. Als hypotheekverstrekker mag je een aflsuitpremie rekenen van maximaal 1,5% van de leningsom. Deze afsluitpremie is aftrekbaar voor de belastingdienst. Je kunt dus afspreken dat de hypotheekverstrekker deze premie doorberekent en onderhands weer terugschenkt aan de lener. De premie kun je vervolgens aftrekken bij de belastingdienst waardoor je, afhankelijk van je inkomstenschaal, je €600-€750 kunt terugkrijgen van de belastingdienst.
Financiën - Overlijden
Het kan zomaar gebeuren, de geldlener of geldschieter overlijdt. Wat dan?
Wat gebeurt er als de geldlener overlijdt?
In een leenovereenkomst staat meestal dat de lening na overlijden moet worden afgelost. De erfgenamen van de geldlener zijn verantwoordelijk voor de afhandeling van de schuld. De lening kan in overleg worden voortgezet door de erfgenamen. Wij adviseren bij grotere bedragen (vanaf ongeveer 50.000 euro) een zelfstandig hypotheekrecht te vestigen, waardoor de geldschieter verhaal heeft op de woning.
En wat als de geldschieter overlijdt?
Bij overlijden van de geldschieter gaat de vordering naar diens erfgenamen. Als de geldlener tot de erfgenamen behoort, kan de schuld (deels) verrekend worden met diens erfdeel. De overige erfgenamen kunnen ook de vordering overnemen. Nadeel van verrekening is dat de renteaftrek verloren gaat, terwijl een vordering op de overige erfgenamen niet altijd gewenst is. Eventueel kan de lening vóór de verdeling van de erfenis worden overgesloten bij een bank. Op die manier behoudt de geldlener in elk geval de volledige renteaftrek over het bedrag.
Fiscale gevolgen - Belastingdienst
Uiteindelijk is de familiebank gewoon een hypotheek, dus je zult je hypotheek ook moeten opgeven bij de belastingdienst. Dit kan per 2016 gewoon digitaal door het formulier "Opgaaf lening eigen woning" op te sturen. Hiervan krijg je een bevestiging opgestuurd. Let wel op, tot op heden worden deze hypotheken niet automatisch meegenomen in de overzichten van de inkomstenbelasting, die zul je dus nog zelf handmatig toe moeten voegen.
Fiscale gevolgen - Notaris
Moet je naar de notaris? Nee, dit is niet verplicht, een verklaring overeenkomst van geldlening is in principe voldoende. Het bespaart ook geld door niet naar de notaris te gaan. Wil je echter zeker zijn dat de lening wordt terugbetaald, dan is de gang naar de notaris wel noodzakelijk. Een partij als Fiscalert adviseert daarnaast om sowieso naar de notaris te gaan als het leenbedrag hoger is dan €50.000.
Fiscale gevolgen - Aflossen of niet
De annuïtaire aflossingsplicht geldt niet voor (familiebank)leningen die op 1 januari 2013 al bestonden en evenmin voor nieuwe (familiebank)leningen die gebruikt worden voor (gedeeltelijke) aflossing van een op 1 januari 2013 bestaande eigenwoninglening. Heel concreet: er is geen verplichting tot aflossing tijdens de looptijd voor eigenwoningleningen die
- op 1 januari 2013 al bestonden
- in 2013 zijn ontstaan ter financiering van de aankoop van een eigen woning op voorwaarde dat er vóór 1 januari 2013 een onherroepelijke, getekende schriftelijke koopovereenkomst of koop-aanneemovereenkomst was
- in 2013 zijn ontstaan ter financiering van onderhoud of verbouwing van een eigen woning op voorwaarde dat er vóór 1 januari 2013 een onherroepelijke schriftelijke overeenkomst was voor het verrichten van onderhoud/verbouwing èn dat in 2013 is voltooid
- in 2013 of daarna zijn ontstaan ter vervanging van de eerdere lening waarvoor geen annuïtaire aflossingsplicht gold
Over al deze eigenwoningleningen is de rente gedurende maximaal 30 jaar onbeperkt aftrekbaar (voor leningen van vóór 2001 geldt dat de 30-jaarstermijn vanaf 1 januari 2001 begint te lopen). Voor andere sinds 2013 ontstane eigenwoningschulden geldt dat deze minimaal annuïtair moeten worden afgelost om recht te houden op aftrek.
Conclusie
Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker. Morgen het laatste en saaiste deel van allemaal. Het papierwerk.
Blijf komen met vragen en opmerkingen. Ik probeer antwoord te geven op alles.